zaterdag 3 februari 2018

Het Havocongres 2018: 'Trots op havo!'

Als een rode draad door de dag bedacht ik hoe nieuwe ideeën in ons vo ingebed kunnen worden, omdat het vo vaak voor wat betreft het systeem achterloopt op alle mooie ideeën over onderwijs die er zijn. Ik houd van vernieuwend bezig zijn en vaak merk je dat vernieuwingen moeizaam verlopen en de oorzaken zoek ik dan bij mezelf, maar dat is niet terecht. Ik kon gaan tot waar ik kan en dat is ver, maar de randvoorwaarden moeten er wel zijn. 

Dus met collega's van het Farelcollege bezochten we ieder verschillende workshops, trainingen en lezingen en in de pauzes kwamen we hier op terug. Een mooi bespreekpunt was bijvoorbeeld hoe het onderwijs te personaliseren als we werken met een vast lesrooster. Ik zou er meteen de voorkeur aan geven om sowieso de leerlijn in de gaten te houden, maar werken met projecten en dagdoelen. Deze dagdoelen maken weer onderdeel uit van weekdoelen en dat kun je weer plaatsen in een periode. Vastomlijnde kaders met doelen maar ingevuld met meerdere mogelijkheden deze te behalen. De wegen naar Rome.
Het was zo maar een ingeving, gebaseerd op waar ik denk dat de behoefte liggen van de leerlingen. Zullen we zeggen vanaf de derde? Dat zou kunnen. 

Aan het einde van de dag moeten de leerlingen aan verschillende doelen gewerkt hebben. Dat systeem moet gebaseerd zijn op het individu, op wat de leerling kan en wat ie nog moet doen om het examen glansrijk te kunnen halen. De manier waarop de leerling dat doet elke dag/week bijgehouden met een individuele coach. Stel dat een coach het gehele schooljaar vijf leerlingen begeleidt. Daarnaast heeft ie zijn eigen vak en met een goed samenwerkend team krijgt het plan handen en voeten. Een enorme uitdaging. 

Wat de leerling moet kennen en kunnen is uiteraard  aan het einde van de rit hetzelfde, maar de weg er naartoe moet inspirerend zijn omdat het vanuit de leerling zelf samen met de coach en de docenten aangewakkerd wordt. De docenten zijn professioneel genoeg om te weten welke leerroutes er dan afgelegd gaan worden en er ontstaan natuurlijke groepjes van leerlingen die ongeveer op dezelfde wijze invulling geven aan dat wat er die week, die periode en dat jaar en dan weer dagelijks geleerd moet worden, dus daar kan men samen aan de slag. Mooi! 

Nu vindt men mijn ideeën vaak te ver gaan, te vrij, maar we moeten af van een vast lesrooster. Dat is echt niet meer van deze tijd. Docenten proberen echt alle moderniteiten toe te passen in hun lessen, maar elke keer stuit men weer op het weinig meeverende systeem.
De ene school is de andere natuurlijk niet. Op de ene school is men al verder dan op de andere school. Er liggen in ieder geval uitdagingen genoeg om het onderwijs anders aan te pakken. Een ander geluid daarbij was om de leerlingen een halve dag les te geven en vanaf twee uur tot vier uur op een andere manier, gepersonaliseerd, bezig te laten zijn. Al gaan we met het systeem ergens halverwege zitten, tussen mijn systeem en dat wat er al is, dan hebben we al wat bereikt. 

Ik voel in ieder geval veel voor een andere inzet van docenten in het vo. Ik wil mijn vak weer terug als het ware. Mijn beroep bestaat minimaal uit het geven van het vak Nederlands, het opvoeden en inspireren van de tiener, het samenwerken met andere docenten om de leerlingen te laten zien dat een vak niet op zichzelf staat en laten we het netwerken, het leren van elkaar, niet vergeten. Zo vul ik mijn beroep globaal in. iPadonderwijs of niet, of andere vormen waarmee de school de markt op wil gaan, het maakt voor mij allemaal niets uit, als we de leerlingen maar zo ver krijgen dat ze uit zichzelf gemotiveerd en geïnspireerd hun diploma halen om uiteindelijk naar het vervolgonderwijs te gaan en op een goede manier kunnen functioneren in de naar mijn idee steeds ingewikkeldere maar steeds meer uitdagender wordende maatschappij. Zo ingewikkeld als de voorgaande zin zelf was. ;-) 

Kijken we terug? Van pen naar computer en van computer naar robot! En nog steeds is het nodig dat leerlingen door alle tijden heen dus goed kunnen communiceren, samenwerken, analyseren, problemen oplossen, uitdagingen aangaan, reflecteren, et cetera. Onderwijs 2032!

Over de dag zelf?  Ik zal alles wat ik heb geleerd weer langzaam vorm gaan geven in de lessen. Natuurlijk gebeurde dat al. Dat zat er al in. Ik wil vooral op de havo veel meer de praktijk in en buiten het lokaal aan het leren zijn. Daarnaast blijven schrijf - spreek, en leesonderwijs een pre! 


Dan is er mooi onderdeel dat ik echt uit wil proberen, omdat je met dat onderdeel de wereld in de klas haalt. Dat kan op meerdere manieren. Met een viewmaster en opdrachten, maar ook kun je de leerlingen buiten laten wandelen met hun mobiel. Een voorbeeld. De leerlingen zijn samenwerkend bezig met een soort van wedstrijdelement.Je zet digitaal via een app een route uit met op bepaalde punten opdrachten die de leerlingen uit moeten voeren  of vragen die ze moeten beantwoorden. Je kunt de leerlingen volgen en je communiceert met elkaar via de app en dus de mobieltjes. Iets ingewikkelder vanwege de middelen nodig hebt is de viewmaster. Ook daarbij haal je de wereld in de klas. Ik heb het boekje met verschillende ideeën gekocht, dus als ik tijd heb, dit jaar of komend jaar, zou ik daar best mee willen gaan experimenteren. Ik noteer het op mijn 'onderwijsbucketlist'. 

Verder heb ik gevolgd:

1. De basiscode van een nieuwe  generatie (over hoe de jeugd te motiveren en waarvoor tieners openstaan). 
2. Booster voor het schrijfonderwijs (van brainstorm naar redigeren waarbij alle zeven stappen belangrijk zijn).
3/4. Virtual reality in de les (themawandeling): van de viewmaster tot en met de uitdaging om met de leerlingen en hun mobiel te wandelen en te leren middels een app en van tevoren opgestelde vragen met een puntensysteem! Erg triggerend!!).
5. H3-boys, een jongensklas (23 jongens in een klas/hoe is dat gegaan op het Christelijk Lyceum in Apeldoorn. Ik concludeerde meteen dat die aan pak voor alle klassen moest gaan gelden: proactief bezig zijn met de dynamiek van klassen voordat het schooljaar begint met de kennis die je al van de leerlingen hebt).
6. Gepersonaliseerd leren en de zes stappen die daarbij horen. Personaliseren is een betere term dan differentiëren: nu staat de leerling centraal, dan komt de leerstof. 

Excursie naar de Tweede Kamer en ProDemos met havo 5/Farelcollege



Wat een interessante dag! Ik maak voor de tweede keer onder leiding van de geschiedenisdocent met havo 5 de excursie 'De Tweede Kamer' mee. ProDemos verzorgde weer een  mooi en leerzaam programma. 'Om jongeren te betrekken bij politiek en rechtsstaat heeft ProDemos een aantal activiteiten en producten ontwikkeld. Hiermee wordt aangesloten bij de onderwijsdoelstellingen van de vakken Maatschappijleer en Geschiedenis' (www.prodemus.nl). 

Vanuit de bus naar het binnenhof wandelend, werd het al interessant. Onder andere 'Het torentje van Rutten' werd aanschouwd en bewonderd.  Daarna, het eerste deel op 31 januari, bestond uit algemene informatie over de politiek in Nederland, toen gingen we het binnenhof op om binnen het een debat bij te wonen om vervolgens te quizzen, waarbij ProDemos wederom uitlegde wat de spelregels zijn van de democratie en rechtsstaat en ook laat ProDemos zien wat  leerlingen kunnen doen om invloed uit te oefenen in de gemeente, de provincie, het land en Europa.
Na het quizzen kwam het praktijkgedeelte waarbij de leerlingen productief betrokken werden bij kennisvragen over politiek en de rechtstaat. Hierbij kregen ze een certificaat. 

Voor Nederlands was het ook een interessante dag vanwege onder andere het debatteren. Ik verwijs hierboven naar het debat over numerus fixus in het hoger onderwijs en in de discussietechnieken kwamen de regels naar voren die we bij Nederlands bespraken. Het mooie moment was daar toen de minister persoonlijk werd omdat hij zich beledigd voelde, hij ging dus op de man spelen en de voorzitter gaf de regel aan om zich te richten tot de voorzitter zelf. 

Ik merkte dat de leerlingen zich verbaasden over de manier van discussiëren en ze verbaasden zich over het gebruik van het mobieltje tijdens de discussies. Natuurlijk moesten ze stil blijven op het moment dat ze het debat observeerden, maar daarna kwamen de tongen erover los. Jinne, onze gespreksvoerder van ProDemos, legde uitvoerig uit wat er precies gebeurde en liet de leerlingen nog een stuk van het gebouw zien. Ook kregen ze deze welbekende folder erbij: 


Bronnen: https://www.scienceguide.nl/2018/01/pvv-nederlandse-studenten-voorrang-numerus-fixus/

https://www.prodemos.nl/speciaal/


https://aansluiting-voho010.nl/nieuws-en-agenda/publicatie-vo-hbo-aan-de-slag-met-taalbeleid

25-01-2018
Dit is het netwerk waarin ik redelijk actief ben. Het is van belang dat ik het bijhoud voor het vak Nederlands, omdat er een convenant is getekend door het Farelcollege waardoor de school zich hiermee bezighoudt. Ik houd alle taalontwikkelingen in de regio en gedachten en afspraken  daarover bij. 
Er was al een eerdere publicatie over het schrijfonderwijs, nu is er één over het taalbeleid op scholen.

Publicatie ‘Vo-hbo: aan de slag met taalbeleid!’

In deze publicatie richten de auteurs zich tot schoolleiders, beleidsmakers en -adviseurs, taal(beleids)coördinatoren, docenten en allen die geïnteresseerd zijn in het formuleren van een taalbeleid dat zich richt op de aansluiting vo-hbo. Met het boek ‘Vo-hbo: dat is andere taal!’ (Wertenbroek et. al., 2016) als uitgangspunt zijn in deze publicatie de stappen beschreven voor het formuleren van een concreet taalbeleid. Het aansluitingsmodel Taalbeleid maakt duidelijk dat taalbeleid verankerd is in onderwijsinhoud én didactiek. Met de checklists kunnen instellingen het taalbeleid van hun eigen school/opleiding onder de loep nemen.
Uit onderzoek blijkt nog steeds “dat taalvaardigheid essentieel is voor studiesucces. Studenten moeten namelijk via - steeds complexer - taalgebruik kennis en vaardigheden met betrekking tot hun toekomstig beroep aantonen. Daarom moeten alle studenten tijdens hun studie de nodige kansen krijgen om op het vlak van taalvaardigheid te groeien en zelfs te excelleren. Een taalvaardigheidsbeleid dat gevoerd wordt van de instroom tot het moment van afstuderen, werpt immers vruchten af voor de onderwijsinstelling en het werkveld, en voor de student nemen kansen op studie- en werksucces toe. Daarnaast bevordert krachtig taalvaardigheidsonderwijs ook de kwaliteit van de onderwijspraxis en de kwaliteit van de uitstroom.
Een naadloze aansluiting tussen het voortgezet en het tertiair onderwijs is essentieel om de overgang naar het hoger beroepsonderwijs voor alle studenten efficiënt te laten verlopen en op die manier de slaagkansen te verhogen. Dialoog en samenwerking zijn daarvoor essentieel. Dit boek reikt daarvoor praktische handvatten aan en is daarom een zeer aan te bevelen handleiding voor alle betrokken actoren.” (aanbeveling bij het boek van Drs. An De Moor, talenbeleidcoördinator bij Hogeschool Odisee, ondervoorzitter bij Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs en lid van de Raad voor Nederlandse Taal en Letteren.


Met havo 4 een klasse - klassenreader maken! Contextrijk of niet?

Vandaag ga ik dat idee uitwerken.  Natuurlijk is dit niet iets nieuws, maar dat met die recensies vind ik weer wel vernieuwend en ik vind da...